Als de kat van huis is, dansen de muizen...

Muizen

Vaak worden wij gebeld met meldingen van geluiden in een woning of pand die niet direct thuis te brengen zijn. Vaak is er tegelijkertijd schade aan voedsel, vervuiling door uitwerpselen en knaagsporen aan elektra.

Traas zoekt de veroorzaker van de overlast. Tijdens een inspectie bekijken we zowel de binnen- als buitenkant van de locatie. Zijn er gaten, is er begroeiing aanwezig en zijn er verblijven van andere dieren? Dat zijn een aantal voorbeelden van vragen die we stellen om tot een conclusie te komen. Wat we aantreffen vermelden we in een verslag, hiermee kunnen we een goed plan van aanpak ontwikkelen. Want ieder muizenprobleem is oplosbaar!

Muizensoorten

Er zijn veel soorten muizen. De meest bekende is de huismuis. Daarnaast zijn er bijvoorbeeld:

  • bosmuizen;
  • spitsmuizen;
  • veldmuizen;

Ze behoren tot de zoogdieren, ieder soort heeft zijn eigen kleurvariatie en leefwijze. 

Wist u dat de spitsmuis geen knaagdier is?

Zijn gebit en spitse snuit zijn gemaakt voor het eten van insecten.

Schade van muizen

Muizen veroorzaken vaak veel schade aan voedsel en vervuiling door uitwerpselen. Ze kunnen ook aan elektrische bedrading knagen waardoor kortsluiting of lekstroom met zelfs brand als gevolg kan ontstaan.

Bestrijden van muizen

Er zijn diverse manieren om muizen te bestrijden. Snelheid van handelen is hierbij van belang aangezien de (huis)muis zich om de 4 tot 8 weken voortplant en vaak een nestje heeft van 4 tot 6 jongen, die na 2 maanden ook geslachtsrijp zijn.

Eerst wordt er een inspectie uitgevoerd, er wordt uitgezocht waar de muizen door worden aangetrokken en hoe ze binnen komen. Na de inspectie wordt een plan van aanpak gemaakt en adviezen gegeven zoals het weghalen van vogelvoederplaatsen en dieren in de tuin alleen in de ochtend te voeren. Bestrijding kan door middel van een toxisch middel of met klemmen. De aanpak hangt af van de situatie en welk soort muizen het betreft.

Wat kunt u zelf doen?

Afvalcontainers zijn erg aantrekkelijk voor ongedierte. Zorg dat deze goed zijn afgesloten en laat ze regelmatig legen.

Traas bellen

Bij overlast neemt u contact op met Traas voor professionele bestrijding.

Maak kennis met...

Bosmuis

Kenmerken

De bosmuis is te herkennen aan zijn licht-geelbruine tot donkerbruine rug, zijn buik is lichter van kleur. De rug en buikzijde zijn gemarkeerd door een oranjebruine scheidingslijn. Het is een flinke muis met een spitse snuit, grote uitstaande oren, een lange staart en grote, zwarte ogen. De oren en ogen zijn groter dan die van een gewone huismuis. Dat geldt ook voor de achterpoten.

Volwassen bosmuizen hebben een lichaamslengte van 7,4 tot 10,7 cm en een staartlengte van 7,3 tot 11,5 cm. Doordat de staarthuid van de bosmuis op sommige plaatsen flinterdun is kan het zomaar zijn dat, als hij aan de staart wordt opgepakt, de huid er vanaf wordt gestroopt.

Bosmuizen graven en klimmen graag. Door hun lange achterpoten zijn het uitstekende springers. Ze kunnen wel 65 cm hoog en tot 80 cm ver springen.

Bosmuizen leven van groene plantendelen, noten, zaden, insecten, wormen e.d. Bij voorkeur leven ze aan de bosrand met een dichte ondergroei, of in open bos, plekken met struikgewassen en in aangrenzende tuinen met bomen en struikgewassen.

De bosmuis woont in een zelf gegraven ondergronds hol, die wel tot wel 1 meter diep kan liggen. 

Een vrouwtje werpt gemiddeld 2 tot 4 keer per jaar, met een nestgrootte van 3 tot 7 jongen. De maximale leeftijd is ongeveer 1 jaar.

Bij bloemkwekerijen kunnen bosmuizen veel schade aanrichten. Dit doordat ze knagen aan de bloemknoppen. In de land- en tuinbouw eten ze graag aan bietenzaadjes. Verder knagen ze graag aan consumptienoten en gedroogde vruchten.

Bosmuizen kunnen ook geuroverlast veroorzaken. Deze geur lijkt op wildgeur.

  • Voorkom zoveel mogelijk aanbod van voedsel.
  • Verwijder hoog gras en voorkom rommelhoeken.
  • Openingen in buitenmuren kunnen worden gedicht.
  • Ventilatieopeningen maximaal op 0,5 cm breedte houden en fijnmazig gaas gebruiken.
  • Kieren onder deuren kunnen met een strip worden afgedicht.
  • Geeft u de voorkeur aan een natuurlijke bestrijding, dan kan dit ook. Zet natuurlijke vijanden in om de overlast te beperken. Enkele voorbeelden zijn:

    • Torenvalk
    • Bosuil
    • Kerkuil
    • Steenuil
    • Velduil

    Indien gewenst kan Traas Nature Care diverse faunavoorzieningen leveren, zodat de omgeving voor de valken en uilen extra aantrekkelijk wordt.

Huismuis

Kenmerken

De rug van de huismuis is lichtbruin tot donkergrijs, de buik is lichter van kleur. Huismuizen hebben een slanke bouw met een spitse kop en grote oren. De staart is dun en even lang of langer dan het lichaam. Een volwassen huismuis is 7 tot 10 cm lang en heeft een gewicht van ± 15 tot 30 gram.

De huismuis laat zich niet makkelijk vangen en is erg kieskeurig. Chips restanten in hoogpolig tapijt kunnen er bijvoorbeeld al voor zorgen dat aangeboden lokaas genegeerd wordt.

Huismuizen komen vooral in gebouwen voor, vaak boven de plafonds, en zijn vooral ’s nachts actief. Ze eten alles maar bij voorkeur graan, peulvruchten en noten. De uitwerpselen zijn 0,3 tot 0,8 cm lang, 0,1 tot 0,3 cm dik en vrij spits van vorm. Per dag eten ze 3 tot 5 gram voedsel. 

Het vrouwtje werpt jaarlijks 6 tot 10 worpen van 5 tot 6 jongen. De jongen zijn na 2 maanden geslachtsrijp, de draagtijd is 3 weken. De gemiddelde levensverwachting van de huismuis is ongeveer 1 jaar.

Huismuizen kunnen voor behoorlijk wat schade en overlast zorgen. Naast het feit dat ze van voedselvoorraden eten, veroorzaken ze ook knaagschade en kunnen ziektekiemen verspreiden.

  • Zorg dat terreinen vrij zijn van ruige begroeiing.
  • Zorg voor goed weidebeheer, houd de grasmat kort en egaal.
  • Maak slootkanten schoon en hou de begroeiing kort.
  • Boomgaarden: de bomenrij in zwarte grond zetten en bodembegroeiing kort houden.

Spitsmuis

Kenmerken

De meeste muizen zijn knaagdieren maar de spitsmuis is geen knaagdier. Zijn gebit en spitse snuit zijn gemaakt voor het eten van insecten. Zijn neus en snorharen zorgen ervoor dat hij overal de weg vindt.

Spitsmuizen zijn te herkennen aan hun smalle schedel die spits toelopend is. De rug is bruin of grijsbruin, de buik is iets lichter. De behaarde staart is de helft tot 2/3 van zijn lichaamslengte.

Kenmerkend is ook de vacht. Deze is sterk glanzend. De spitsmuis heeft erg kleine ogen, maar zijn gehoor en reuk vermogen zijn erg goed. Deze muis zoekt zijn weg dan ook vaak enkel door gebruik te maken van zijn reuk- en tastorganen.

Spitsmuizen zijn erg snelle en beweeglijke muizen. Ze leven voornamelijk ’s nachts en brengen een zacht piepend, fluitend of tjilpend geluid voort. Het zijn goede zwemmers en houden geen winterslaap.

Ze eten vooral insecten als wormen, slakken, spinnen en larven, maar ook plantaardig materiaal. Onder boomwortels graven ze holen, maar ook andere muizenholen of mollengangen worden benut.

Het liefst zijn ze in ruig terrein; kreupelhout, struikgewas, bosranden en tuinen, maar ook in de bebouwde kom kun je ze tegenkomen in bouwafval of gestort puin.

De uitwerpselen zijn 0,4 tot 1 cm lang en 0,3 tot 0,4 cm dik, vaak in klonten aaneen geklit. Keutels zijn altijd wel vastgeplakt, onregelmatig van vorm, donkerbruin tot zwart van kleur en ze bevatten veel zand. Vaak zijn er nog glinsterende insectenresten in te herkennen. Per dag eten ze hun eigen gewicht aan voedsel op.

Spitsmuizen worden gemiddeld 2 á 3 jaar oud. Ze planten zich voort in de periode maart tot oktober. Na een draagtijd van 28 tot 33 dagen worden er 4 tot 6 jongen geboren. Ze werpen gemiddeld 2 tot 4 keer per jaar.

Spitsmuizen zorgen voor een vieze geur. Verder geven ze veel vervuiling door urine en uitwerpselen. Boven het plafond zijn ze vaak te horen door piepgeluiden en kreten. Ze kunnen ziektes met zich meedragen.

  • Alle openingen, vooral stootvoegen en ventilatieopeningen, in buitenmuren muisdicht maken, dus kleiner dan 0,5 cm.
  • Zorg ook dat kieren onder deuren niet te groot zijn.

Veldmuis

Kenmerken

Veldmuizen zijn bruin tot grijsbruin van kleur met soms kleurvariaties tot zwart toe. De snuit van de veldmuis heeft een plompe, stompe bouw. De oren en ogen van de veldmuis zijn verborgen in de vacht. De veldmuis maakt over het algemeen een kortharige en gladde indruk.

Volwassen veldmuizen hebben een lichaamslengte van 9 tot 13 cm lang. De staart van de veldmuis is veel korter dan het lichaam (ca. 1/3 lichaamslengte). Pasgeboren veldmuisjes zijn kaal en blind.

Veldmuizen zijn goede gravers. Ze leven bij voorkeur op een droge, zonnige en beschutte plaats, maar wel met ruige en dichte plantengroei. Ze eten graag graangewassen, bollen, aardappelen, kool, wortels en boomschors. De holen waarin ze in leven graven ze zelf. Meestal horizontaal, maar het komt ook voor dat deze soms loodrecht of schuin omlaag worden gegraven, met soms wel een diepte van 60 cm. De uitgangen zijn altijd geopend en onderling verbonden door typerende looppaadjes.

De uitwerpselen zijn 0,4 tot 0,8 cm lang en 0,2 cm dik, groenachtig en zijn te vinden rondom de holen en eetplaatsen.

  • Pikorde, één dominant mannetje.
  • Familiegroepen streng gescheiden.
  • Verspreiden zich bij gebrek aan voedsel en leefruimte.
  • Bewegen hoofdzakelijk langs wanden en objecten.
  • Vaste looppaden tussen schuil- en voedselplaatsen.
  • Verplaatsen zich op de tast.
  • Alleseters, voorkeur voor plantaardig voedsel, drinken dagelijks water.

Per jaar werpen de vrouwtjes 5 à 6 keer. Ze geven per keer zo’n 5 tot 6 jongen. De draagtijd is 3 weken. Vermoedelijk zogen ze de jongen 3 tot 4 weken. Na 25 dagen zijn de jongen geslachtsrijp. De veldmuis leeft een jaar tot 16 maanden.

  • Knaagschade aan de bast aan de voet van jonge bomen.
  • Overbrengen van modderkoorts.
  • Schade in weilanden door ondermijnen van de grasmat of het bouwland door knagerij.
  • Schade in boomgaarden kan zeer aanzienlijk zijn (ringen van de bomen).
  • Zorg dat terreinen vrij zijn van ruige begroeiing.
  • Zorg voor een goed weidebeheer, houd de grasmat kort en egaal, maak slootkanten schoon en de begroeiing hiervan kort.
  • Boomgaarden: De bomenrij in zwarte grond zetten en bodembegroeiing kort houden.

Bosmuis

Kenmerken

De bosmuis is te herkennen aan zijn licht-geelbruine tot donkerbruine rug, zijn buik is lichter van kleur. De rug en buikzijde zijn gemarkeerd door een oranjebruine scheidingslijn. Het is een flinke muis met een spitse snuit, grote uitstaande oren, een lange staart en grote, zwarte ogen. De oren en ogen zijn groter dan die van een gewone huismuis. Dat geldt ook voor de achterpoten.

Volwassen bosmuizen hebben een lichaamslengte van 7,4 tot 10,7 cm en een staartlengte van 7,3 tot 11,5 cm. Doordat de staarthuid van de bosmuis op sommige plaatsen flinterdun is kan het zomaar zijn dat, als hij aan de staart wordt opgepakt, de huid er vanaf wordt gestroopt.

Bosmuizen graven en klimmen graag. Door hun lange achterpoten zijn het uitstekende springers. Ze kunnen wel 65 cm hoog en tot 80 cm ver springen.

Bosmuizen leven van groene plantendelen, noten, zaden, insecten, wormen e.d. Bij voorkeur leven ze aan de bosrand met een dichte ondergroei, of in open bos, plekken met struikgewassen en in aangrenzende tuinen met bomen en struikgewassen.

De bosmuis woont in een zelf gegraven ondergronds hol, die wel tot wel 1 meter diep kan liggen. 

Een vrouwtje werpt gemiddeld 2 tot 4 keer per jaar, met een nestgrootte van 3 tot 7 jongen. De maximale leeftijd is ongeveer 1 jaar.

Bij bloemkwekerijen kunnen bosmuizen veel schade aanrichten. Dit doordat ze knagen aan de bloemknoppen. In de land- en tuinbouw eten ze graag aan bietenzaadjes. Verder knagen ze graag aan consumptienoten en gedroogde vruchten.

Bosmuizen kunnen ook geuroverlast veroorzaken. Deze geur lijkt op wildgeur.

  • Voorkom zoveel mogelijk aanbod van voedsel.
  • Verwijder hoog gras en voorkom rommelhoeken.
  • Openingen in buitenmuren kunnen worden gedicht.
  • Ventilatieopeningen maximaal op 0,5 cm breedte houden en fijnmazig gaas gebruiken.
  • Kieren onder deuren kunnen met een strip worden afgedicht.
  • Geeft u de voorkeur aan een natuurlijke bestrijding, dan kan dit ook. Zet natuurlijke vijanden in om de overlast te beperken. Enkele voorbeelden zijn:

    • Torenvalk
    • Bosuil
    • Kerkuil
    • Steenuil
    • Velduil

    Indien gewenst kan Traas Nature Care diverse faunavoorzieningen leveren, zodat de omgeving voor de valken en uilen extra aantrekkelijk wordt.

Spitsmuis

Kenmerken

De meeste muizen zijn knaagdieren maar de spitsmuis is geen knaagdier. Zijn gebit en spitse snuit zijn gemaakt voor het eten van insecten. Zijn neus en snorharen zorgen ervoor dat hij overal de weg vindt.

Spitsmuizen zijn te herkennen aan hun smalle schedel die spits toelopend is. De rug is bruin of grijsbruin, de buik is iets lichter. De behaarde staart is de helft tot 2/3 van zijn lichaamslengte.

Kenmerkend is ook de vacht. Deze is sterk glanzend. De spitsmuis heeft erg kleine ogen, maar zijn gehoor en reuk vermogen zijn erg goed. Deze muis zoekt zijn weg dan ook vaak enkel door gebruik te maken van zijn reuk- en tastorganen.

Spitsmuizen zijn erg snelle en beweeglijke muizen. Ze leven voornamelijk ’s nachts en brengen een zacht piepend, fluitend of tjilpend geluid voort. Het zijn goede zwemmers en houden geen winterslaap.

Ze eten vooral insecten als wormen, slakken, spinnen en larven, maar ook plantaardig materiaal. Onder boomwortels graven ze holen, maar ook andere muizenholen of mollengangen worden benut.

Het liefst zijn ze in ruig terrein; kreupelhout, struikgewas, bosranden en tuinen, maar ook in de bebouwde kom kun je ze tegenkomen in bouwafval of gestort puin.

De uitwerpselen zijn 0,4 tot 1 cm lang en 0,3 tot 0,4 cm dik, vaak in klonten aaneen geklit. Keutels zijn altijd wel vastgeplakt, onregelmatig van vorm, donkerbruin tot zwart van kleur en ze bevatten veel zand. Vaak zijn er nog glinsterende insectenresten in te herkennen. Per dag eten ze hun eigen gewicht aan voedsel op.

Spitsmuizen worden gemiddeld 2 á 3 jaar oud. Ze planten zich voort in de periode maart tot oktober. Na een draagtijd van 28 tot 33 dagen worden er 4 tot 6 jongen geboren. Ze werpen gemiddeld 2 tot 4 keer per jaar.

Spitsmuizen zorgen voor een vieze geur. Verder geven ze veel vervuiling door urine en uitwerpselen. Boven het plafond zijn ze vaak te horen door piepgeluiden en kreten. Ze kunnen ziektes met zich meedragen.

  • Alle openingen, vooral stootvoegen en ventilatieopeningen, in buitenmuren muisdicht maken, dus kleiner dan 0,5 cm.
  • Zorg ook dat kieren onder deuren niet te groot zijn.

Huismuis

Kenmerken

De rug van de huismuis is lichtbruin tot donkergrijs, de buik is lichter van kleur. Huismuizen hebben een slanke bouw met een spitse kop en grote oren. De staart is dun en even lang of langer dan het lichaam. Een volwassen huismuis is 7 tot 10 cm lang en heeft een gewicht van ± 15 tot 30 gram.

De huismuis laat zich niet makkelijk vangen en is erg kieskeurig. Chips restanten in hoogpolig tapijt kunnen er bijvoorbeeld al voor zorgen dat aangeboden lokaas genegeerd wordt.

Huismuizen komen vooral in gebouwen voor, vaak boven de plafonds, en zijn vooral ’s nachts actief. Ze eten alles maar bij voorkeur graan, peulvruchten en noten. De uitwerpselen zijn 0,3 tot 0,8 cm lang, 0,1 tot 0,3 cm dik en vrij spits van vorm. Per dag eten ze 3 tot 5 gram voedsel. 

Het vrouwtje werpt jaarlijks 6 tot 10 worpen van 5 tot 6 jongen. De jongen zijn na 2 maanden geslachtsrijp, de draagtijd is 3 weken. De gemiddelde levensverwachting van de huismuis is ongeveer 1 jaar.

Huismuizen kunnen voor behoorlijk wat schade en overlast zorgen. Naast het feit dat ze van voedselvoorraden eten, veroorzaken ze ook knaagschade en kunnen ziektekiemen verspreiden.

  • Zorg dat terreinen vrij zijn van ruige begroeiing.
  • Zorg voor goed weidebeheer, houd de grasmat kort en egaal.
  • Maak slootkanten schoon en hou de begroeiing kort.
  • Boomgaarden: de bomenrij in zwarte grond zetten en bodembegroeiing kort houden.

Veldmuis

Kenmerken

Veldmuizen zijn bruin tot grijsbruin van kleur met soms kleurvariaties tot zwart toe. De snuit van de veldmuis heeft een plompe, stompe bouw. De oren en ogen van de veldmuis zijn verborgen in de vacht. De veldmuis maakt over het algemeen een kortharige en gladde indruk.

Volwassen veldmuizen hebben een lichaamslengte van 9 tot 13 cm lang. De staart van de veldmuis is veel korter dan het lichaam (ca. 1/3 lichaamslengte). Pasgeboren veldmuisjes zijn kaal en blind.

Veldmuizen zijn goede gravers. Ze leven bij voorkeur op een droge, zonnige en beschutte plaats, maar wel met ruige en dichte plantengroei. Ze eten graag graangewassen, bollen, aardappelen, kool, wortels en boomschors. De holen waarin ze in leven graven ze zelf. Meestal horizontaal, maar het komt ook voor dat deze soms loodrecht of schuin omlaag worden gegraven, met soms wel een diepte van 60 cm. De uitgangen zijn altijd geopend en onderling verbonden door typerende looppaadjes.

De uitwerpselen zijn 0,4 tot 0,8 cm lang en 0,2 cm dik, groenachtig en zijn te vinden rondom de holen en eetplaatsen.

  • Pikorde, één dominant mannetje.
  • Familiegroepen streng gescheiden.
  • Verspreiden zich bij gebrek aan voedsel en leefruimte.
  • Bewegen hoofdzakelijk langs wanden en objecten.
  • Vaste looppaden tussen schuil- en voedselplaatsen.
  • Verplaatsen zich op de tast.
  • Alleseters, voorkeur voor plantaardig voedsel, drinken dagelijks water.

Per jaar werpen de vrouwtjes 5 à 6 keer. Ze geven per keer zo’n 5 tot 6 jongen. De draagtijd is 3 weken. Vermoedelijk zogen ze de jongen 3 tot 4 weken. Na 25 dagen zijn de jongen geslachtsrijp. De veldmuis leeft een jaar tot 16 maanden.

  • Knaagschade aan de bast aan de voet van jonge bomen.
  • Overbrengen van modderkoorts.
  • Schade in weilanden door ondermijnen van de grasmat of het bouwland door knagerij.
  • Schade in boomgaarden kan zeer aanzienlijk zijn (ringen van de bomen).
  • Zorg dat terreinen vrij zijn van ruige begroeiing.
  • Zorg voor een goed weidebeheer, houd de grasmat kort en egaal, maak slootkanten schoon en de begroeiing hiervan kort.
  • Boomgaarden: De bomenrij in zwarte grond zetten en bodembegroeiing kort houden.