Pop-up

Rupsen

Voordat er een vlinder is, verschijnt er eerst een rups. De rupsen waar wij mensen overlast door ervaren zijn de eikenprocessierups en de bastaardsatijnrups. Sinds de jaren 80 zien we de eikenprocessierups, inmiddels is deze overal in Nederland te vinden. De bastaardsatijnrups komt vaak voor in de duinen en vind langzaam zijn weg van het zuiden naar het noorden. 

Maak kennis met...

Bastaardsatijnrups

Kenmerken

De bastaardsatijnrups heeft net als de eikenprocessierups brandharen die voor allergische reacties zorgen. Deze rups komt voor in het Zeeuwse duingebied. Behalve overeenkomsten zijn er natuurlijk ook verschillen. De bastaardrups is niet groenig, maar bruin van kleur. Goudbruin om precies te zijn en hebben geelbruine haartjes. Ze hebben ook nog 2 rood-oranje stippen op hun rug. Qua grootte is de bastaardsatijnrups ongeveer 35 mm lang.

De bastaartdsatijn rups en gelijknamige vlinder vormen buiten overlast. Met name in het duingebied. Zo vanuit Zeeland verplaatsen ze zich steeds verder naar het noorden. 

Vanaf juni tot begin augustus vliegen de vlinders. De eitjes worden in een groepjes van 200 tot 300 bij elkaar gelegd. Ze zijn bedekt met brandharen zodat ze niet direct worden opgegeten door natuurlijke vijanden. 

De bastaardsatijnvlinder is sneeuwwit van kleur met aan het uiteinde een goud-bruine pluim. De vlinder is ongeveer 30 tot 40 mm lang.

Behalve klachten zoals uitslag in de vorm van rode bultjes, blaasjes en jeuk zijn er ook nog andere klachten. Zo kunnen de ogen geïrriteerd raken en kunnen er ademhalingsproblemen optreden, maar ook kan je last krijgen van een droge keel. Deze klachten gelden voor zowel mens als dier. De rupsen richten niet enkel schade aan bij mensen, maar ze kunnen ook bomen kaal eten. Door onze ervaring in plaagdierbeheersing, kunnen wij ook dit probleem zonder aarzelen aanpakken. 

Eikenprocessierups

Kenmerken

De eikenprocessierups staat meer bekend om de gevolgen van zijn brandharen, dan om zijn typische naamgeving. Eikenprocessierupsen eten graag jonge eikenbladeren. Hiervoor reizen ze vaak ’s nachts naar nieuwe eikenbomen toe, in een flinke rij achter elkaar. Daarom de naam, hun trektocht lijkt op een heuse processie.

Een volwassen eikenprocessierups kan tussen de 4 en 5 cm lang worden. De rug is blauw-grijs gekleurd met een zwarte kop. De buik is groen-grijs. Over het lichaam hebben de rupsen roodachtige bultjes waar witte haren uit groeien. Ook zijn er brandharen die ze los kunnen laten als ze zich bedreigd voelen.

De eikenprocessierups is de rups van de eikenprocessievlinder. Bovenin de bomen legt de vlinder haar eieren, deze komen in april uit. De rupsen zijn geboren. Ze eten dan drie maanden lang eikenbladeren. Ze verplaatsen zich van boom tot boom en eten de eikenbladeren tot de nerf op. 

Vanaf begin april tot augustus kunnen de brandharen voor overlast zorgen. Ze laten los doordat de rupsen vijf keer vervellen en doordat deze haren gebruikt worden voor de nesten. 

We hebben de cyclus opgedeeld in vier stadiums. Speciaal voor ieder stadium is er een bestrijdingsplan. 

Het is oppassen geblazen voor de brandhaartjes. Dit zijn de honderdduizenden pijlvormige, voor het oog nauwelijks zichtbare, haartjes van de rups. Wordt de rups bedreigd, bijvoorbeeld doordat er iemand in de buurt komt, dan schiet hij de haartjes de lucht in. Daar zit het gevaar voor de mens: wie de haartjes inademt, op de huid of in de ogen krijgt kan last krijgen van bultjes, zwellingen, rode ogen en enorme jeuk die weken kan aanhouden. Of erger: de haartjes kunnen ook misselijkheid en ontstekingen aan de neus, keel en luchtwegen veroorzaken.

Je hoeft de rups niet aan te raken om er last van te krijgen.
Een windvlaag is dan genoeg om de brandhaartjes te verplaatsen. Wie nietsvermoedend door (of in de buurt van) een laan met eikenbomen wandelt of fietst, of zwemt in ‘besmet’ water, kan er makkelijk mee in contact komen. Als de rupsen weg zijn, blijven de haartjes nog jarenlang in de nesten achter. Je kunt dus ook last krijgen van de rupsen als ze er zelf helemaal niet zijn.

Bescherm jezelf

  • Bedek je ogen, hals, armen en benen.
  • Hou zo veel mogelijk afstand van de nesten.
  • Let op als je gaat wandelen, ook wanneer er harde wind staat.

Zie je een nest? Meld het bij de boomeigenaar.

Waarom

Preventief bestrijden

Uit een onderzoek is gebleken dat de aanwezigheid van de eikenprocessierups tot wel 80% kan worden teruggedrongen dankzij het inzetten van natuurlijke vijanden. Daarom heeft Traas Ongediertebestrijding samen met Traas Nature Care een biologisch bestrijdingsplan tegen de eikenprocessierups ontwikkeld. De huidige bestrijdingsvormen tegen de eikenprocessierups zijn vaak repressief in plaats van preventief en kunnen in sommige gevallen schade aan de natuur aanrichten.

Door het juist inzetten van natuurlijke vijanden, kunnen wij twee problemen tegelijk aanpakken; aan de ene kant bestrijden we de eikenprocessierups op een biologische en preventieve manier, aan de andere kant stimuleren we de biodiversiteit.

Meer informatie over ons eikenprocessierups bestrijdingsplan? Neem vrijblijvend contact met ons op!

Bestrijdingsplan eikenprocessierups

Het bestrijdingsplan bestaat uit verschillende onderdelen om de aanwezigheid van de natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups te bevorderen. Deze natuurlijke vijanden zijn insecten, mezen en vleermuizen. Deze dieren bestrijden de eikenprocessierups op een natuurlijke manier tijdens de verschillende fases van de levenscyclus van de rups.

Eerste fase

In de eerste fase van de levenscyclus van de eikenprocessierups vormen insecten, zoals lieveheersbeestjes, gaasvliegen en sluipwespen, goede natuurlijke bestrijders. Zij leggen hun eitjes namelijk in de buurt van of ín de eipakketjes van de eikenprocessierups. Vervolgens eten de larven de eitjes en jonge rupsen op. Het inzaaien van een speciaal bloemenmengsel is een geschikte manier om insecten aan te trekken. Wij werken voor het inzaaien van dit bloemenmengsel samen met ervaren groenbedrijven.

Jonge rupsfase

In de jonge rupsfase, waarbij de rups nog geen brandharen heeft ontwikkeld, komt de pimpelmees goed van pas. De pimpelmees eet de rups namelijk vooral in dit vroege stadium. Ook de koolmees jaagt nu al op de rups. Na deze fase ontwikkelt de eikenprocessierups brandharen. Ondanks dat deze bij mensen en sommige dieren voor veel overlast kunnen zorgen, heeft de koolmees hier geen probleem mee. Een koolmezenjong eet gemiddeld zo’n 400 rupsen per week. Ook de pimpelmees is nog actief in dit stadium, alhoewel deze mees voorkeur lijkt te geven aan de jongere rupsen zonder brandharen. Om de mezenpopulatie in een gebied te bevorderen, monteren we diverse nestkasten geschikt voor de koolmees en pimpelmees

Popfase

Vanaf juli begint de eikenprocessierups in het nest te verpoppen. Vleermuizen jagen op de nachtvlinder tot welke de rups dan verpopt. Vooral vleermuissoorten zoals de grootoorvleermuis en de laatvlieger eten deze nachtvlinders graag. In een nacht kan één vleermuis wel 100 nachtvlinders eten, wat uiteindelijk 25.000 eikenprocessierupseitjes kan voorkomen. De vleermuis is daarom zeer effectief in de preventieve aanpak voor het jaar erna. We bevorderen de aanwezigheid van vleermuizen door het monteren van geschikte vleermuiszomerverblijven.

Vlinderfase

Om de bestrijding tijdens het vlinder-stadium extra te versterken, kunnen we ook funnelvallen ophangen. Deze vallen bevatten feromoon, een lokmiddel dat mannelijke eikenprocessievlinders aantrekt. Hiermee kan de voortplanting van de vlinder worden verhinderd, wat weer leidt tot minder overlast in het volgende seizoen.

Bestrijding door Traas

Mochten er ondanks deze preventieve aanpak toch eikenprocessierupsennesten ontstaan, dan kunnen onze gespecialiseerde bestrijders deze op een effectieve en gifvrije manier verwijderen. Dit doen we door het wegzuigen van het nest met een krachtige stofzuiger. Deze is uitgerust met speciale filters die ook de brandharen uit de lucht filteren. Door het aantrekken van natuurlijke vijanden en het tijdig wegzuigen van overgebleven nesten, zal de aanwezigheid van de eikenprocessierups naar verwachting ieder jaar afnemen.